Programma Aanpak Stikstof (PAS)

Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een uitspraak gedaan over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). De uitspraak houdt in dat PAS niet langer als toestemmingsbasis mag dienen voor het verlenen van activiteiten, die leiden tot een toename van stikstof (stikstofdepositie) in Natura 2000-gebieden.

Deze uitspraak heeft gevolgen voor woningbouw, industrie, infrastructuur en de landbouw. Voor veel ruimtelijke ontwikkelingen is het nodig dat de initiatiefnemer aantoont, dat zijn of haar plan geen stikstofdepositie veroorzaakt op de Natura 2000-gebieden.

Natura 2000-gebieden

Voor de gemeente Westerkwartier zijn de relevante Natura 2000-gebieden de Bakkeveense Duinen (ten zuiden van de gemeentegrens) en de Waddenzee (ten noorden van de gemeentegrens).

Gevolgen Westerkwartier

De uitspraak van de Raad van State heeft ook gevolgen voor de gemeente Westerkwartier.

Kleine bouwprojecten

Veel aanvragen voor een omgevingsvergunning in de gemeente Westerkwartier hebben betrekking op kleine bouwprojecten. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan interne verbouwingen, een aanbouw of een dakkapel. In de meeste gevallen leiden deze kleine bouwprojecten niet tot stikstofdepositie. Het verlenen van deze omgevingsvergunningen kan in die gevallen doorgaan. Als het bouwproject binnen een afstand van 5 kilometer van een Natura 2000-gebied ligt, is een toename van stikstofdepositie niet uit te sluiten en is wel nader onderzoek nodig. In dat geval vragen wij om een Aerius-berekening. Als deze situatie zich voor u voordoet, nemen wij contact met u op.

Nieuwbouw woningen en bedrijven

Voor omgevingsvergunningen gericht op nieuwbouw (woningbouw/bedrijfsgebouwen) is een stikstofberekening vereist.

In bestaande situaties, waarbij er sprake is van een onherroepelijk bestemmingsplan en de gemeente de uitgifte van de (bouw)kavels verzorgt, is de gemeente verantwoordelijk voor de stikstofberekening voor het ontwikkelingsgebied. Deze berekening stellen we u, als koper van de kavel, ter beschikking als onderbouwing van de aanvraag voor een omgevingsvergunning.

Voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen met stikstofdepositie, waarbij de gemeente grond uitgeeft, vindt op bestemmingsplanniveau een stikstofberekening plaats. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van een dergelijke berekening. Als op het niveau van de vergunning nog een gedetailleerde berekening nodig is, ligt de verantwoordelijkheid bij u als aanvrager van de vergunning.

Agrarische sector

De agrarische sector is, conform voortzetting van de huidige praktijk, zelf verantwoordelijk voor de stikstofberekening. Als uit deze berekening blijkt, dat er geen sprake is van stikstofdepositie, dan kunt u een aanvraag indienen bij de gemeente. Wij adviseren u bij bouwplannen eerst een vooroverleg in te dienen. Als uit de stikstofberekening blijkt dat er sprake is van stikstofdepositie, dient u eerst contact op te nemen met de provincie Groningen over een (eventuele) natuurvergunning (overeenkomstig de beleidsregels van de provincie).

Evenementen en milieumeldingen

Bij evenementen is het niet mogelijk de Wet natuurbescherming (Wnb) te koppelen aan de aanvraag evenementenvergunning. U bent zelf verantwoordelijk de Wnb-vergunning aan te vragen bij de provincie Groningen. Dit geldt ook voor milieumeldingen voor het wijzigen van een bedrijfsactiviteit. Ook in dat geval moet de melder apart een eventuele Wnb-vergunning aanvragen bij de provincie Groningen.

Infrastructurele werken

Nieuwe infrastructurele werken (aanleg van wegen) worden in het kader van de bestemmingsplanprocedure getoetst aan de Wet natuurbescherming. Onderhoud en beheer van wegen zijn niet vergunningplichtig in het kader van de Wnb. Het onderdeel stikstof is hierop niet van toepassing.

Meer informatie

Meer informatie over de landelijke aanpak van de stikstofproblematiek vindt u op de volgende websites: